Arnoud Kaldeway, Spelletjes, 25-10-03
Na het zien van Kaldeways soloprogramma ‘Spelletjes’ kan ik maar een enkele conclusie trekken. Namelijk: dat deze voormalige theatertechnicus zich iets te lang heeft bezig gehouden met snoertjes en schroefjes. Deze Utrechter hoort namelijk op de planken thuis, en ik zal uitleggen waarom.
Maar laat ik beginnen bij het begin. Medio 2001 zag ik Arnoud Kaldeway voor het eerst spelen bij de finale van het Try-out podium Parnassos. Deze finale won hij met grote overmacht met zijn programma ‘Zo gaan die dingen’. Met die act bereikte hij in hetzelfde jaar de eindronden van het prestigieuze Cameretten festival. Uit onvrede met het niet behalen van de felbegeerde finaleplaats schreef hij een nieuw programma: Spelletjes. Daarmee won hij in 2003 zowaar de publieksprijs van het Amsterdams Kleinkunst Festival. Als fruitig toetje na een pittige maaltijd sleepte hij in mei 2003 ook nog eens de hoofdprijs van het Camuz-concours in de wacht, alwaar hij de concurrerende aanstormende talenten lijkbleek achterliet.
Door al deze successen en prijzengeweld denkt de lezer wellicht dat Arnoud een multifunctioneel en all-round theaterdier is. Dit is echter niet het geval. Hij speelt geen instrument (zover ik weet), hij rapt niet, hij brengt geen uitgespannen conferences of stand-up comedy. Ook doet hij niet aan de alom bekende aaneenschakeling van diverse typetjes. Wat doet hij in godsnaam dan wel? Kort gezegd: hij houdt een droogkloterige monoloog. In het drie kwartier durende programma Spelletjes is Arnoud een gereformeerde jongen die, al zagend en knutselend aan een houten bankje, verhaalt over zijn leven. De verassing van deze monoloog zit in het verhaal en de onverwachte wendingen. In Spelletjes is het absurditeit troef en wordt er veel gevraagd van het inbeeldingsvermogen van het publiek. In het verhaal bindt Arnoud zijn vriendin vast op het dak van zijn auto, wordt hij door zijn familie gedwongen tot seks met een wildvreemd meisje en schiet hij op jonge leeftijd homo’s overhoop in opdracht van zijn oom die graag stille tochten organiseert. Hoewel dit voorgaande nogal vergezocht lijkt, is Kaldway vasthoudend in zijn verhaal en weet hij toch zijn geloofwaardigheid te behouden. Zonder expliciete publieksinteractie vormt zich gedurende zijn programma een melige en soms hilarische sfeer. Bijna elke zin is immers een grap en zo is het programma een prettige meeslepende aangelegenheid. Originaliteit en spitsvondigheid strijden in Spelletjes met elkaar om de hoofdprijs. Met zijn droogkomische absurditeit tapt Kaldeway heel veel uit het zelfde vaatje, maar hij doet dat dan ook uitmuntend. Wat mij betreft is een theaterbezoekje aan Arnoud Kaldeway een absolute aanrader. Daarbij moet ik wel opmerken dat ik zelf een groot liefhebber van absurditeit en droogheid ben. Als je meer gediend ben van snelle conferences, veel diverse typetjes en meeslepende liedjes dan ben je bij deze artiest niet aan het juiste adres. Arnoud Kaldeway is denk ik niet het type cabaretier die we terug gaan zien bij een oudejaarsconference of in de schappen op DVD. En gelukkig maar! Arnoud Kaldeway moet je namelijk gewoon live zien!
Hopelijk kunnen we nog lang van hem genieten in de Nederlandse theaters!