Stilte
dat we stilte zouden vinden
aan een strand
met wapperende zeilen
knetterende regen
en ’t blaffen van een hond
met mijn snotneus in je sjaal
toen nog wit en ongeschonden
draaide ik mijn hoofd en zag
dat jij ons samen zag
daar waar we woorden niet verstonden
dat was ’t dichtste dat we ooit
nog bij een stilte konden -
——————————–
Vanavond
vanavond schraap ik de pannen leeg
was ik het vet van mijn geweten
veeg ik spaghetti van de vloer
tot het klontert in jouw bezem
veins ik vreugde in een grijns
vrees ik voor het felle ochtendlicht
nog één maal op en neer de zolder
tot aan de striemen op mijn gezicht
vanavond heb ik niets gegeten
slechts geluisterd en gebeden
en met de stilte die ons ontheemde
nam ik afscheid van een vreemde