Cristian Pielichs roman ‘Tot het einde van de tijd’ is te bestellen via Uitgeverij Boekscout.
Korte inhoud:
Sandro van Ligten is de tragikomische hoofdpersoon van deze eigentijdse roman die zich afspeelt in Haarlem en Amsterdam. Hij is dertig jaar en werkt als supervisor bij een klachtenafdeling voor mobiele telefonie. Als veredelde bijbaan en hobby neemt hij deel aan stand up comedy-shows en gedichtenwedstrijden. Sandro zoekt zijn heil in een relatie met gitaarlerares Tara, terwijl hij zijn verlangen naar collega Valerie niet uit zijn gedachten weet te bannen. Tot overmaat van ramp lijkt Sandro’s ontslag aanstaande en escaleert zijn leven op diverse fronten. Zal hij deze tegenslagen in het werk en in de liefde te boven kunnen komen?
Fragment uit het boek waarin Sandro een opvallende droom heeft.
“In het volgende fragment rende ik door de gangpaden van een intercity naar Haarlem. Ik was op zoek naar een wc om mij te verschuilen. De coupés waren leeg en verlaten. Pas na de twaalfde coupé trof ik een toilet aan. Deze was op slot. ‘Ga weg, laat me met rust’, hoorde ik Tara smeken vanachter de deur. ‘Tara, je moet nu opendoen, mijn leven staat op het spel’. Als een bezetene bonkte ik op de deur. Er was geen reactie hoorbaar. ‘Tara, doe open, ze gaan me oppakken en dan krijg ik levenslang, maar ik ben onschuldig. En Valerie is lesbisch, dus daar hoef jij je geen zorgen over te maken.’ Na een korte aanloop, beukte ik de toiletdeur open en belandde ik in de ballenbak van McDonald’s. ‘Hij moet hier ergens zijn’, hoorde ik een donkere stem verderop zeggen. Ik verstopte mijn lichaam dieper onder de ballen. De knie van een jongetje dreunde tegen mijn voorhoofd. Met moeite smoorde ik mijn pijnkreet en hoorde ik hoe het knulletje overmand werd door een huilbui. Ik overwoog om de kleuter onder het oppervlak te trekken en zijn mond af te dekken, maar ik bedacht me wat voor traumatische gevolgen dit zou kunnen hebben voor de rest van zijn leven. Het leek me beter om uit het ballenbad op te rijzen en mijn achtervolgers te lijf te gaan. Tevergeefs zocht ik naar een pistool in de binnenzak van mijn jas. Plots hoorde ik brandsirenes. Ik ontwaakte.”